destilleren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van destilleren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | destilleren | te destilleren | ||||||||
toekomend | zullen destilleren | te zullen destilleren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gedestilleerd | te hebben gedestilleerd | ||||||||
toekomend | gedestilleerd zullen hebben | gedestilleerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
destillerend | gedestilleerd | ev. destilleer |
mv. verouderd destilleert |
destillere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | destilleer | destilleert | destilleert | destilleert | destilleert | destilleren | destilleren | destilleren | |||
verleden (o.v.t.) | destilleerde | destilleerde | destilleerde | destilleerde | destilleerde | destilleerden | destilleerden | destilleerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal destilleren | zult/zal destilleren | zult/zal destilleren | zult destilleren | zal destilleren | zullen destilleren | zullen destilleren | zullen destilleren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou destilleren | zou destilleren | zou(dt) destilleren | zoudt destilleren | zou destilleren | zouden destilleren | zouden destilleren | zouden destilleren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gedestilleerd | hebt gedestilleerd | hebt/heeft gedestilleerd | hebt gedestilleerd | heeft gedestilleerd | hebben gedestilleerd | hebben gedestilleerd | hebben gedestilleerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gedestilleerd | had gedestilleerd | had gedestilleerd | hadt gedestilleerd | had gedestilleerd | hadden gedestilleerd | hadden gedestilleerd | hadden gedestilleerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedestilleerd hebben | zal/zult gedestilleerd hebben | zult/zal gedestilleerd hebben | zult gedestilleerd hebben | zal gedestilleerd hebben | zullen gedestilleerd hebben | zullen gedestilleerd hebben | zullen gedestilleerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedestilleerd hebben | zou gedestilleerd hebben | zou/zoudt gedestilleerd hebben | zoudt gedestilleerd hebben | zou gedestilleerd hebben | zouden gedestilleerd hebben | zouden gedestilleerd hebben | zouden gedestilleerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gedestilleerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gedestilleerd | er is gedestilleerd | |||||||||
verleden | er werd gedestilleerd | er was gedestilleerd | |||||||||
toekomend | er zal gedestilleerd worden | er zal gedestilleerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gedestilleerd worden | er zou gedestilleerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gedestilleerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gedestilleerd worden | gedestilleerd te worden | ||||||||
toekomend | gedestilleerd zullen worden | gedestilleerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gedestilleerd zijn | gedestilleerd te zijn | ||||||||
toekomend | gedestilleerd zullen zijn | gedestilleerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gedestilleerd | wordt gedestilleerd | wordt gedestilleerd | wordt gedestilleerd | wordt gedestilleerd | worden gedestilleerd | worden gedestilleerd | worden gedestilleerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gedestilleerd | werd gedestilleerd | werd gedestilleerd | werdt gedestilleerd | werd gedestilleerd | werden gedestilleerd | werden gedestilleerd | werden gedestilleerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gedestilleerd worden | zult gedestilleerd worden | zult gedestilleerd worden | zult gedestilleerd worden | zal gedestilleerd worden | zullen gedestilleerd worden | zullen gedestilleerd worden | zullen gedestilleerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gedestilleerd worden | zou gedestilleerd worden | zou/zoudt gedestilleerd worden | zoudt gedestilleerd worden | zou gedestilleerd worden | zouden gedestilleerd worden | zouden gedestilleerd worden | zouden gedestilleerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gedestilleerd | bent gedestilleerd | bent/is gedestilleerd | zijt gedestilleerd | is gedestilleerd | zijn gedestilleerd | zijn gedestilleerd | zijn gedestilleerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gedestilleerd | was gedestilleerd | was gedestilleerd | waart gedestilleerd | was gedestilleerd | waren gedestilleerd | waren gedestilleerd | waren gedestilleerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedestilleerd zijn | zult gedestilleerd zijn | zult gedestilleerd zijn | zult gedestilleerd zijn | zal gedestilleerd zijn | zullen gedestilleerd zijn | zullen gedestilleerd zijn | zullen gedestilleerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedestilleerd zijn | zou gedestilleerd zijn | zou/zoudt gedestilleerd zijn | zoudt gedestilleerd zijn | zou gedestilleerd zijn | zouden gedestilleerd zijn | zouden gedestilleerd zijn | zouden gedestilleerd zijn |