• damp·bad
enkelvoud meervoud
naamwoord dampbad dampbaden
verkleinwoord dampbadje dampbadjes

het dampbado

  1. (medisch) toeleiding van damp of uitwaseming van warme geneesmiddelen naar een ziekelijk deel van het lichaam voor inhalatie, huidbehandeling
    • Bij het dampbad worden Kruiden met veel etherische oliën (aromatische kruiden) toegevoegd aan kokend water in een open schaal (evt met toevoeging van etherische oliën uit een flesje, zie ‘Aromatherapie’), waarna, met een handdoek over het hoofd en de schaal, de dampen worden geïnhaleerd (fytotherapie). 
  2. badkamer met dampontwikkeling voor een nog diepere reiniging
    • Daarnaast kunt u genieten van de gemeenschappelijke sauna of van het Turks dampbad. 
77 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • damp·bad

dampbad o

  1. stoombad
    «Vannsklia blir garantert en hit blant de minste med sine 48 meter, mens de som ønsker spa-følelse kan slappe av i boblebasseng og dampbad
    De waterglijbaan wordt zeker een succes onder de kleinsten met zijn 48 meter lengte, terwijl degenen die het spagevoel wensen in het bubbelbad en stoombad kunnen ontspannen.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dampbad     dampbadet     dampbad     dampbada,
dampbadene  
genitief   dampbads     dampbadets     dampbads     dampbadas,
dampbadenes  


  • damp·bad

dampbad o

  1. stoombad
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dampbad     dampbadet     dampbad     dampbada  
genitief                
bijvormen enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief               dampbadi  
genitief