• bad·stu·bad
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden badstue en bad
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   badstubad     badstubadet     badstubad     badstubada
badstubadene  
genitief   badstubads     badstubadets     badstubads     badstubadas
badstubadenes  

badstubad, o

  1. saunabezoek
    «Badstubad er balsam for sjelen og minst like bra for kroppen.»
    Een saunabezoek is balsem voor de ziel en minstens net zo goed voor het lichaam.

badstubad

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van badstubad