coulant
- cou·lant
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | coulant | coulanter | coulantst |
verbogen | coulante | coulantere | coulantste |
partitief | coulants | coulanters | - |
coulant [3]
- niet al te streng
- De twintig clubs in de sterkste voetbalcompetitie ter wereld sloegen vorige maand alarm bij de Britse regering en drongen in een speciale bijeenkomst aan op een coulante behandeling voor profvoetballers uit de EU, ook na 2019. Vooral West Ham United-eigenaar David Gold en zijn collega Peter Coates van Stoke City lieten zich uit in scherpe bewoordingen: ze zijn bang dat Engelse clubs naast veel topspelers zullen grijpen.[4]
- „Van liegen spreken we pas vanaf het zevende jaar. Kinderen tot een jaar of vier kunnen geen onderscheid maken tussen waar en onwaar. Als zij iets onwaars zeggen, heet dat fantaseren. In de fase daarna heet het ‘jokken’: ze kennen het verschil tussen waar en onwaar, maar ze hechten weinig belang aan de waarheid. Als je zegt: ‘Jij jokt hè!’ zullen ze je overtuigd toeknikken. Stelen in deze fase moet ook gezien worden als oefenen met wat mag en niet mag. Van ouders wordt gevraagd hier coulant mee om te gaan, en vriendelijk het belang van de waarheid spreken en het onderscheid tussen mijn en dijn steeds te onderstrepen.[5]
1. meegevend, niet al te streng
- Het woord coulant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "coulant" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "coulant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ coulant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Tom van Hulsen 25 april 2017
- ↑ NRC Annemiek Leclaire 13 april 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
coulant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van couler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | coulant | coulants |
vrouwelijk | coulante | coulantes |
coulant