• con·ti·nue

continue

  1. verbogen vorm van de stellende trap van continu
94 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • con·tin·ue
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord continuare, dat van het Latijnse woord continuus komt, het voltooid deelwoord van het Latijnse werkwoord continere (con + tenere).
Naar frequentie 320
vervoeging
onbepaalde wijs to  continue 
he/she/it  continues 
verleden tijd  continued 
voltooid
deelwoord
 continued 
onvoltooid
deelwoord
 continuing 
gebiedende wijs  continue 

continue

  1. onovergankelijk, overgankelijk aanhouden
  2. onovergankelijk beklijven
  3. overgankelijk bestendigen
  4. onovergankelijk blijven doorgaan
  5. overgankelijk continueren
  6. onovergankelijk doorgaan
  7. onovergankelijk doorlopen
  8. onovergankelijk duren
  9. onovergankelijk standhouden
  10. overgankelijk verdergaan met
  11. overgankelijk verdergaan
  12. overgankelijk vervolgen
  13. onovergankelijk voortduren
  14. onovergankelijk voortgaan
  15. overgankelijk voortzetten


vervoeging van
continuer

continue

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van continuer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van continuer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van continuer

continue

  1. vrouwelijk enkelvoud van continu