vervoeging van de bedrijvende vorm van collectiviseren
|
onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
onvoltooid
|
tegenwoordig
|
collectiviseren
|
te collectiviseren
|
toekomend
|
zullen collectiviseren
|
te zullen collectiviseren
|
voltooid
|
tegenwoordig
|
hebben gecollectiviseerd
|
te hebben gecollectiviseerd
|
toekomend
|
gecollectiviseerd zullen hebben
|
gecollectiviseerd te zullen hebben
|
|
onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
gebiedende wijs |
aanvoegende wijs
|
|
collectiviserend |
gecollectiviseerd |
ev. collectiviseer |
mv. verouderd collectiviseert |
collectivisere
|
aantonende wijs |
enkelvoud |
meervoud
|
onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij, ge |
hij, zij, het |
wij, we |
jullie |
zij, ze
|
tegenwoordig (o.t.t.) |
collectiviseer |
collectiviseert |
collectiviseert |
collectiviseert |
collectiviseert |
collectiviseren |
collectiviseren |
collectiviseren
|
verleden (o.v.t.) |
collectiviseerde |
collectiviseerde |
collectiviseerde |
collectiviseerde |
collectiviseerde |
collectiviseerden |
collectiviseerden |
collectiviseerden
|
toekomend (o.t.t.t.) |
zal collectiviseren |
zult/zal collectiviseren |
zult/zal collectiviseren |
zult collectiviseren |
zal collectiviseren |
zullen collectiviseren |
zullen collectiviseren |
zullen collectiviseren
|
voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou collectiviseren |
zou collectiviseren |
zou(dt) collectiviseren |
zoudt collectiviseren |
zou collectiviseren |
zouden collectiviseren |
zouden collectiviseren |
zouden collectiviseren
|
voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (v.t.t.) |
heb gecollectiviseerd |
hebt gecollectiviseerd |
hebt/heeft gecollectiviseerd |
hebt gecollectiviseerd |
heeft gecollectiviseerd |
hebben gecollectiviseerd |
hebben gecollectiviseerd |
hebben gecollectiviseerd
|
verleden (v.v.t.) |
had gecollectiviseerd |
had gecollectiviseerd |
had gecollectiviseerd |
hadt gecollectiviseerd |
had gecollectiviseerd |
hadden gecollectiviseerd |
hadden gecollectiviseerd |
hadden gecollectiviseerd
|
toekomend (v.t.t.t.) |
zal gecollectiviseerd hebben |
zal/zult gecollectiviseerd hebben |
zult/zal gecollectiviseerd hebben |
zult gecollectiviseerd hebben |
zal gecollectiviseerd hebben |
zullen gecollectiviseerd hebben |
zullen gecollectiviseerd hebben |
zullen gecollectiviseerd hebben
|
voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou gecollectiviseerd hebben |
zou gecollectiviseerd hebben |
zou/zoudt gecollectiviseerd hebben |
zoudt gecollectiviseerd hebben |
zou gecollectiviseerd hebben |
zouden gecollectiviseerd hebben |
zouden gecollectiviseerd hebben |
zouden gecollectiviseerd hebben
|
onpersoonlijke lijdende vorm gecollectiviseerd worden
|
|
onvoltooid |
voltooid
|
tegenwoordig |
er wordt gecollectiviseerd |
er is gecollectiviseerd
|
verleden |
er werd gecollectiviseerd |
er was gecollectiviseerd
|
toekomend |
er zal gecollectiviseerd worden |
er zal gecollectiviseerd zijn
|
voorwaardelijk |
er zou gecollectiviseerd worden |
er zou gecollectiviseerd zijn
|
lijdende vorm gecollectiviseerd worden
|
onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
onvoltooid
|
tegenwoordig
|
gecollectiviseerd worden
|
gecollectiviseerd te worden
|
toekomend
|
gecollectiviseerd zullen worden
|
gecollectiviseerd te zullen worden
|
voltooid
|
tegenwoordig
|
gecollectiviseerd zijn
|
gecollectiviseerd te zijn
|
toekomend
|
gecollectiviseerd zullen zijn
|
gecollectiviseerd te zullen zijn
|
|
enkelvoud |
meervoud
|
onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (o.t.t.) |
word gecollectiviseerd |
wordt gecollectiviseerd |
wordt gecollectiviseerd |
wordt gecollectiviseerd |
wordt gecollectiviseerd |
worden gecollectiviseerd |
worden gecollectiviseerd |
worden gecollectiviseerd
|
verleden (o.v.t.) |
werd gecollectiviseerd |
werd gecollectiviseerd |
werd gecollectiviseerd |
werdt gecollectiviseerd |
werd gecollectiviseerd |
werden gecollectiviseerd |
werden gecollectiviseerd |
werden gecollectiviseerd
|
toekomend (o.t.t.t.) |
zal gecollectiviseerd worden |
zult gecollectiviseerd worden |
zult gecollectiviseerd worden |
zult gecollectiviseerd worden |
zal gecollectiviseerd worden |
zullen gecollectiviseerd worden |
zullen gecollectiviseerd worden |
zullen gecollectiviseerd worden
|
voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou gecollectiviseerd worden |
zou gecollectiviseerd worden |
zou/zoudt gecollectiviseerd worden |
zoudt gecollectiviseerd worden |
zou gecollectiviseerd worden |
zouden gecollectiviseerd worden |
zouden gecollectiviseerd worden |
zouden gecollectiviseerd worden
|
voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (v.t.t.) |
ben gecollectiviseerd |
bent gecollectiviseerd |
bent/is gecollectiviseerd |
zijt gecollectiviseerd |
is gecollectiviseerd |
zijn gecollectiviseerd |
zijn gecollectiviseerd |
zijn gecollectiviseerd
|
verleden (v.v.t.) |
was gecollectiviseerd |
was gecollectiviseerd |
was gecollectiviseerd |
waart gecollectiviseerd |
was gecollectiviseerd |
waren gecollectiviseerd |
waren gecollectiviseerd |
waren gecollectiviseerd
|
toekomend (v.t.t.t.) |
zal gecollectiviseerd zijn |
zult gecollectiviseerd zijn |
zult gecollectiviseerd zijn |
zult gecollectiviseerd zijn |
zal gecollectiviseerd zijn |
zullen gecollectiviseerd zijn |
zullen gecollectiviseerd zijn |
zullen gecollectiviseerd zijn
|
voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou gecollectiviseerd zijn |
zou gecollectiviseerd zijn |
zou/zoudt gecollectiviseerd zijn |
zoudt gecollectiviseerd zijn |
zou gecollectiviseerd zijn |
zouden gecollectiviseerd zijn |
zouden gecollectiviseerd zijn |
zouden gecollectiviseerd zijn
|