collectiviseer
- col·lec·ti·vi·seer
vervoeging van |
---|
collectiviseren |
collectiviseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collectiviseren
- Ik collectiviseer.
- gebiedende wijs van collectiviseren
- Collectiviseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collectiviseren
- Collectiviseer je?
- Het woord collectiviseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.