collectiviseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- col·lec·ti·vi·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse collectiviser met het achtervoegsel -iseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
collectiviseren |
collectiviseerde |
gecollectiviseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
collectiviseren
- overgankelijk tot gemeenschappelijk eigendom maken
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord collectiviseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.