clear
- clear
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | clear | clears |
verkleinwoord | - | - |
clear
- (badminton) een hoge slag van achteraan het veld tot achteraan het veld van de tegenstander
- Een aanvallende clear is een hoge badmintonslag vanuit het halfveld waarbij de shuttle licht opwaarts naar de achterlijn van de tegenstander vliegt.[1]
- Het woord clear staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Wat is een aanvallende clear?, badmintononline.nl
- Geluid: clear (US) (hulp, bestand)
- IPA: /klɪə/, /klɪɚ/
- Afkomstig van het Middelengelse clere. Verder verwant met Lat. clarus, Frans clair, Italiaans chiaro[1], Duits klar, Nederlands klaar.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
clear | clear | clearest |
clear
- helder
- vrij, veilig
- «The coast is clear.»
- De kust is veilig.
- «The coast is clear.»
- duidelijk
- «Do I make myself clear?»
- Ben ik duidelijk?
- «Do I make myself clear?»
- onbewolkt
clear
- helemaal
- «I threw it clear across the river to the other side.»
- Ik gooide het helemaal over de rivier aan de andere kant.
- «I threw it clear across the river to the other side.»
- weg van, uit de buurt
- «Stand clear of the rails, a train is coming.»
- Blijf uit de buurt van de leuningen, een trein komt aan.
- «Stand clear of the rails, a train is coming.»
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to clear |
he/she/it | clears |
verleden tijd | cleared |
voltooid deelwoord |
cleared |
onvoltooid deelwoord |
clearing |
gebiedende wijs | clear |
clear