chocola
- Geluid: chocola (hulp, bestand)
- IPA: / ˌʃokoˈla / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌʃo.ko.ˈla/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌʃo.ko.ˈla/
- (Limburg): /ˌʃo.ko.ˈla/
- cho·co·la
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chocola | - |
verkleinwoord | chocolaatje | chocolaatjes |
de chocola m
- (voeding) een lekkernij die gemaakt is van cacao, suiker en cacaoboter
- Bij dat kraampje kun je allerlei soorten chocola kopen.
- (drinken) drank gemaakt van cacao, suiker en melk
- [1] chocolade
- [2] chocolademelk
- [1] melkchocola
- [1] chocolaterie, chocolatier
- Ergens geen chocola' van kunnen maken'
*Ergens geen wijs uit kunnen worden
1. een lekkernij die gemaakt is van cacao, suiker en cacaoboter
- Het woord chocola staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chocola" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be