• chim·pan·see
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mensaap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
  • Ontleend aan het Franse chimpanzé.
enkelvoud meervoud
naamwoord chimpansee chimpansees
verkleinwoord chimpanseetje chimpanseetjes

de chimpanseem

  1. (primaten) Pan troglodytes   een Afrikaanse mensaap. Zijn nauwste verwant is de dwergchimpansee of bonobo (Pan paniscus). Beide chimpansees worden beschouwd als de nauwste nog levende verwanten van de mens. Sommige wetenschappers beschouwen de relatie tussen mens en chimpansee op basis van DNA-onderzoek als nauw genoeg om de chimpansee en de bonobo net als de mens in het geslacht Homo te plaatsen
    • Chimpansees zijn nauwer verwant aan mensen dan aan gorilla's. 
    • Chimpanseemannetjes vermoorden soms ook leden van naburige groepen om hun eigen territorium uit te breiden. Daarbij vermoorden ze vaak jonge dieren omdat die een gemakkelijker doelwit zijn 
97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]