charm
- charm
de charm m
- (natuurkunde) naam van een van de zes quarks waaruit protonen en neutronen zijn opgebouwd
- Het woord 'charm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Geluid: charm (US) (hulp, bestand)
- IPA: /tʃɑːm/
charm
enkelvoud | meervoud |
---|---|
charm | charms |
charm
- (magie) betovering
- (magie) amulet, tovermiddel
- bedeltje
- charme
- (natuurkunde) naam van een van de zes quarks waaruit protonen en neutronen zijn opgebouwd
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to charm |
he/she/it | charms |
verleden tijd | charmed |
voltooid deelwoord |
charmed |
onvoltooid deelwoord |
charming |
gebiedende wijs | charm |
charm
- overgankelijk charmeren
- overgankelijk betoveren [2], verrukken
- overgankelijk, (magie) (via een bepaalde magische weg) iets te boven komen/overwinnen
- [2] enchant