• ca·pry·laat
enkelvoud meervoud
naamwoord caprylaat caprylaten
verkleinwoord - -

het caprylaato

  1. (scheikunde) een ester of zout afgeleid van caprilinezuur
    • Een caprylaat bevat ofwel het ion CH3(CH2)6COO ofwel een functionele groep CH3(CH2)6COO-. 
     Na zacht verwarmen, werd het met koperacetaat verkregen neerslag afgecentrifugeerd en vervolgens onder het microscoop bekeken, het bleek uit kristalletjes van kopercapronaat en -caprylaat te bestaan.[1]
Carbonzuren in het Nederlands
mierenzuurazijnzuurpropionzuurboterzuurvaleriaanzuurcapronzuurcaprilinezuurcaprinezuurlaurinezuurmyristinezuurpalmitinezuurstearinezuurarachidezuur
Carbonzure zouten en esters in het Nederlands
formiaatacetaatpropionaatbutyraatvaleriaatcapronaatcaprylaatcapraatlauraatmyristaatpalmitaatstearaatarachidaat
  1.   Weblink bron
    Voet, Jan Pieter Willem
    “Bijdrage tot de kennis van enkele lichtbacteriën” (1930), N.V. Drukkerij v/h L.E. Bosch & Zoon