ester
- es·ter
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘scheikundige verbinding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1870 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ester | esters |
verkleinwoord | estertje | estertjes |
de ester m
- (scheikunde) een koolstofverbinding met de functionele groep -C(=O)-O-C-
- Een ester kan gezien worden als het reactieproduct van een alcohol en een carbonzuur.
- Het woord ester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ester" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ester" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be