boegseren
Nederlands
Uitspraak
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
boegseren | boegserend |
boegsering |
Woordafbreking
- boeg·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Portugees, in de betekenis van ‘met sloepen voorttrekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1]
- vermoedelijk van Portugees puxar ww "trekken, slepen", onder invloed van boeg en met het achtervoegsel -eren [2][3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
boegseren |
boegseerde |
geboegseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
boegseren
- overgankelijk (scheepvaart) voortslepen door een of meer (andere) schepen
- We lichtten meteen ons anker en wilden onder zeil gaan. Maar toen het licht werd en wij bezig waren het schip naar zee te boegseren, verschenen de Spekken boven op de klippen en schoten van boven af op het schip en op de sloep, zodat het daar nauwelijks uit te houden was. [4]
- overgankelijk (verouderd) (figuurlijk) behoedzaam naar een gewenste situatie leiden
- Zoo vaak ergens een zwak en onbeduidend miniatuurtalent ontluikt, beijvert zich Hamerling het door zijne voorspraak te boegseren; of ook wel het te dekken met eene tegen de pijlen der kritiek beschermende voorrede, bij wijze van schild. [5]
Afgeleide begrippen
- [1] op sleeptouw nemen (bij schepen)
Afgeleide begrippen
- [1] boegseerboot, boegseerder, boegseerlijn, boegseersloep, boegseertouw, boegseertros, boegsering
- [1] binnenboegseren, uitboegseren, voortboegseren, wegboegseren
Overerving en ontlening
- Deens: bugsere
- Duits: bugsieren
- Fries: boechsearje
- Noors: buksere
- Russisch: буксировать (buksirovat)
- Zweeds: bogsera
Vertalingen
1. voortslepen door een of meer (andere) schepen
Gangbaarheid
- Het woord 'boegseren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boegseren" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
6 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "boegseren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ boegseren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Bontekoe, W.IJ. (ed. L. Nijgh)Het journaal van Bontekoe, De gedenkwaardige beschrijving van de reis naar Oost-Indië van schipper Willem IJsbrandtsz. Bontekoe uit Hoorn, in de jaren 1618 tot en met 1625. (1989) Uitgeverij Pirola, Schoorl; ISBN 90 6455 089 1; p. 119; geraadpleegd 2018-07-12
- ↑ Busken Huet, C.Litterarische Fantasien en Kritieken (negende deel) (1884) H.D. Tjeenk Willink, Haarlem,; p. 145; geraadpleegd 2018-07-12
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be