• blog
enkelvoud meervoud
naamwoord blog blogs
verkleinwoord blogje blogjes

blog m/o

  1. (media), (communicatie), (internet) soort openbaar dagboek of column gepubliceerd op het internet
    • Het maken van een blog is eenvoudig en gratis en daarom kunnen veel mensen een blog beginnen. 
    • Een goede blog is tegenwoordig een belangrijke journalistieke uitingsvorm geworden. 
     Voor vertrek had ik een gedetailleerde voedsellijst gekregen van ‘Hummingbird’, een Engelse vrouw die de PCT in 2015 had gelopen. Op haar blog ‘followingthearrows.com’ had ze minutieus elk detail van haar PCT-voorbereiding beschreven.[1]
vervoeging van
bloggen

blog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloggen
    • Ik blog. 
  2. gebiedende wijs van bloggen
    • Blog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloggen
    • Blog je? 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
blog blogs

blog

  1. (media), (communicatie), (internet) blog
vervoeging
onbepaalde wijs to  blog 
he/she/it  blogs 
verleden tijd  blogged 
voltooid
deelwoord
 blogged 
onvoltooid
deelwoord
 blogging 
gebiedende wijs  blog 

blog

  1. onovergankelijk (media), (communicatie), (internet) bloggen







  • blog
  • Leenwoord uit het Engels

blog monbezield

  1. (media) blog; soort openbaar dagboek op het internet, een column op het internet