biometrie
- bio·me·trie
- In de betekenis van ‘meting van eigenschappen van levende wezens’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- met het voorvoegsel bio- en met het achtervoegsel -metrie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biometrie | - |
verkleinwoord | - | - |
de biometrie v
- wiskundige-statistische kant van de biologie
- verzameling van technieken die gericht zijn op het meten en vaststellen van alle meetbare eigenschappen van levende wezens, bijvoorbeeld ter identificatie
1. wiskundige-statistische kant van de biologie
2. verzameling technieken gericht op het meten en vaststellen van alle meetbare eigenschappen van levende wezens
- Het woord biometrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "biometrie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "biometrie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ biometrie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /bɪjɔmɛtrɪjɛ/
- bio·me·t·rie
biometrie v
- Zie [[w:cs:biometrie
|Wikipedia]] voor meer informatie.