• bio·me·trisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen biometrisch biometrischer
verbogen biometrische biometrischere
partitief biometrisch biometrischers -

biometrisch

  1. met betrekking tot het vaststellen van meetbare eigenschappen van levende wezens
    • Hij had veel verstand van biometrische eigenschappen. 
    • Volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) mogen bepaalde gegevens standaard niet meer gevraagd of verwerkt worden. Het gaat dan om zaken als ras of etnische afkomst, politieke opvatting, religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging, biometrische en medische gegevens en seksueel gedrag of seksuele geaardheid. [1]