betreffen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van betreffen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | betreffen | te betreffen | ||||||||
toekomend | zullen betreffen | te zullen betreffen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben betroffen | te hebben betroffen | ||||||||
toekomend | betroffen zullen hebben | betroffen te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
betreffend | betroffen | ev. betref |
mv. verouderd betreft |
betreffe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | betref | betreft | betreft | betreft | betreft | betreffen | betreffen | betreffen | |||
verleden (o.v.t.) | betrof | betrof | betrof | betrof | betrof | betroffen | betroffen | betroffen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal betreffen | zult/zal betreffen | zult/zal betreffen | zult betreffen | zal betreffen | zullen betreffen | zullen betreffen | zullen betreffen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou betreffen | zou betreffen | zou(dt) betreffen | zoudt betreffen | zou betreffen | zouden betreffen | zouden betreffen | zouden betreffen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb betroffen | hebt betroffen | hebt/heeft betroffen | hebt betroffen | heeft betroffen | hebben betroffen | hebben betroffen | hebben betroffen | |||
verleden (v.v.t.) | had betroffen | had betroffen | had betroffen | hadt betroffen | had betroffen | hadden betroffen | hadden betroffen | hadden betroffen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal betroffen hebben | zal/zult betroffen hebben | zult/zal betroffen hebben | zult betroffen hebben | zal betroffen hebben | zullen betroffen hebben | zullen betroffen hebben | zullen betroffen hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou betroffen hebben | zou betroffen hebben | zou/zoudt betroffen hebben | zoudt betroffen hebben | zou betroffen hebben | zouden betroffen hebben | zouden betroffen hebben | zouden betroffen hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm betroffen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt betroffen | er is betroffen | |||||||||
verleden | er werd betroffen | er was betroffen | |||||||||
toekomend | er zal betroffen worden | er zal betroffen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou betroffen worden | er zou betroffen zijn | |||||||||
lijdende vorm betroffen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | betroffen worden | betroffen te worden | ||||||||
toekomend | betroffen zullen worden | betroffen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | betroffen zijn | betroffen te zijn | ||||||||
toekomend | betroffen zullen zijn | betroffen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word betroffen | wordt betroffen | wordt betroffen | wordt betroffen | wordt betroffen | worden betroffen | worden betroffen | worden betroffen | |||
verleden (o.v.t.) | werd betroffen | werd betroffen | werd betroffen | werdt betroffen | werd betroffen | werden betroffen | werden betroffen | werden betroffen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal betroffen worden | zult betroffen worden | zult betroffen worden | zult betroffen worden | zal betroffen worden | zullen betroffen worden | zullen betroffen worden | zullen betroffen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou betroffen worden | zou betroffen worden | zou/zoudt betroffen worden | zoudt betroffen worden | zou betroffen worden | zouden betroffen worden | zouden betroffen worden | zouden betroffen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben betroffen | bent betroffen | bent/is betroffen | zijt betroffen | is betroffen | zijn betroffen | zijn betroffen | zijn betroffen | |||
verleden (v.v.t.) | was betroffen | was betroffen | was betroffen | waart betroffen | was betroffen | waren betroffen | waren betroffen | waren betroffen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal betroffen zijn | zult betroffen zijn | zult betroffen zijn | zult betroffen zijn | zal betroffen zijn | zullen betroffen zijn | zullen betroffen zijn | zullen betroffen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou betroffen zijn | zou betroffen zijn | zou/zoudt betroffen zijn | zoudt betroffen zijn | zou betroffen zijn | zouden betroffen zijn | zouden betroffen zijn | zouden betroffen zijn |