betreffen
- be·tref·fen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betreffen |
betrof |
betroffen |
klasse 3 | volledig |
betreffen
- overgankelijk gaan over, als onderwerp hebben
- Het stuk betreft de resultaten van het afgelopen jaar.
- ▸ Dat dit een eenmalig bezoek betrof, stond bij haar vast.[1]
- overgankelijk invloed hebben op, van belang zijn voor, aangaan
- Dit bericht betreft jullie allemaal.
- overgankelijk ziek maken
- De jonge hondjes kunnen daardoor al na twee maanden betroffen worden.
1. gaan over, als onderwerp hebben
- Het woord betreffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "betreffen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be