besturing

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  besturing    (hulp, bestand)
• IPA: / bəˈstyrɪŋ / (3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /be.ˈstyː.rɪŋ/
  • (Vlaanderen, Brabant): /be.ˈstyː.rɪŋ/
  • (Limburg): /be.ˈstyː.rɪŋ/

Woordafbreking

• be·stu·ring

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van besturen met het achtervoegsel -ing.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	besturing	besturingen
verkleinwoord	besturinkje	besturinkjes

Zelfstandig naamwoord

de besturing v

1. het mechaniek waarmee een apparaat bestuurd wordt, stuurinrichting
2. het besturen van een apparaat, proces of organisatie

Hyponiemen

• afstandsbesturing, kinbesturing, procesbesturing, radiobesturing, servobesturing

Afgeleide begrippen

• besturingsbus, besturingscomputer, besturingseenheid, besturingsorgaan, besturingsprogramma, besturingssysteem, besturingstheorie

Verwante begrippen

• bediening

Vertalingen

    1. het mechaniek waarmee een apparaat bestuurd wordt   

Spaans: mando (es) m, dirección (es) v

    2. het besturen   

Engels: steering (en)

Spaans: dirección (es) v, gobierno (es) m

Gangbaarheid

• Het woord besturing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "besturing" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.