Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • man·do
enkelvoud meervoud
mando mandos

Zelfstandig naamwoord

mando m

  1. aanvoering
Synoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
mandar

mando

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mandar