aanvoering
- Geluid: aanvoering (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvurɪŋ / (3 lettergrepen)
- aan·voe·ring
- Naamwoord van handeling van aanvoeren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvoering | aanvoeringen |
verkleinwoord | - | - |
de aanvoering v
- onder ~ van: terwijl ... aanvoert
- ▸ De vloot, onder aanvoering van lord Howard van Effingham, bijgestaan door Drake, Hawkins en Frobisher, allen ervaren zeelieden met grote moed en vindingrijkheid, verzamelde zich te Plymouth, waar de aanval werd verwacht.[1]
1.
- Het woord aanvoering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Victoria Holt“In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885