batter
- bat·ter
- naamwoord van handeling van batteren met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | batter | batters |
verkleinwoord |
de batter m
- slaag, rammeling
- iemand die alles aankan
- (kookkunst) groot koksmes
- (scheepvaart) schip
- (sport) slagman
- ▸ Als een batter de hem toegeworpen bal met zijn bat raakt en samen met zijn kompaan de pitch kan overlopen voordat een fielder van team A met de bal een wicket kan breken, scoort team B een run.[2]
- Het woord batter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "batter" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ batter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “De kunst van het cricket kijken” (26 februari 2003), De Tijd (België)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: batter (VS) (hulp, bestand)
- [A] (werkwoord) Via Middelengels bateren van Oudfrans batre
- [B] (werkwoord) Onbekend
- [A] (zelfstandig naamwoord) Via Middelengels bature van Oudfrans bateure
- [B] (zelfstandig naamwoord) Onbekend
- [C] (zelfstandig naamwoord) Afleiding van het Engelse werkwoord bat ww met het achtervoegsel -er
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to batter |
he/she/it | batters |
verleden tijd | battered |
voltooid deelwoord |
battered |
onvoltooid deelwoord |
battering |
gebiedende wijs | batter |
[A] batter
- overgankelijk inbeuken op, slaan
- overgankelijk beschieten
- overgankelijk, (militair) bombarderen
- onovergankelijk beuken, bonzen
- onovergankelijk, overgankelijk rammelen
[B] batter
- onovergankelijk schuin aflopen
enkelvoud | meervoud |
---|---|
batter | batters |
[A] batter
enkelvoud | meervoud |
---|---|
batter | batters |
[B] batter
enkelvoud | meervoud |
---|---|
batter | batters |
[C] batter