bombarderen
- Geluid: bombarderen (hulp, bestand)
- IPA: / bɔmbɑrˈderə(n) / (4 lettergrepen)
- bom·bar·de·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘met bommen beschieten’ voor het eerst aangetroffen in 1515 [1]
- Van het Franse bombarder met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bombarderen |
bombardeerde |
gebombardeerd |
zwak -d | volledig |
bombarderen
- overgankelijk bommen of andere projectielen afvuren op iets of iemand
- Het derdewereldland werd gebombardeerd vanwege terroristische dreiging.
- ▸ Ze waren begonnen met het vermoorden van burgers door niet alleen Berlijn maar ook andere Duitse steden te bombarderen.[3]
- ▸ Gabardinebroek, tweed of lood en bruine wandelschoenen betekende een burger, zoals die op de balkons aan de Strandvâgen 'Bombardeer Hanoi'stonden te schreeuwen wanneer de demonstranten eronder voorbijliepen op weg naar de VS-ambassade.[4]
- ~tot: plotseling iemand een functie geven
- Hij bombardeerde zijn vrouw tot voorzitter van de partij.
1. bommen of andere projectielen afvuren op iets of iemand
- Het woord bombarderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bombarderen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "bombarderen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bombarderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be