backpacken/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van backpacken
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		backpacken			te backpacken
	toekomend		zullen backpacken			te zullen backpacken
voltooid	tegenwoordig		hebben gebackpackt			te hebben gebackpackt
	toekomend		gebackpackt zullen hebben			gebackpackt te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	backpackend		gebackpackt			ev. backpack	mv. verouderd backpackt	backpacke
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	backpack	backpackt	backpackt	backpackt	backpackt	backpacken	backpacken	backpacken
verleden (o.v.t.)	backpackte	backpackte	backpackte	backpackte	backpackte	backpackten	backpackten	backpackten
toekomend (o.t.t.t.)	zal backpacken	zult/zal backpacken	zult/zal backpacken	zult backpacken	zal backpacken	zullen backpacken	zullen backpacken	zullen backpacken
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou backpacken	zou backpacken	zou(dt) backpacken	zoudt backpacken	zou backpacken	zouden backpacken	zouden backpacken	zouden backpacken
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gebackpackt	hebt gebackpackt	hebt/heeft gebackpackt	hebt gebackpackt	heeft gebackpackt	hebben gebackpackt	hebben gebackpackt	hebben gebackpackt
verleden (v.v.t.)	had gebackpackt	had gebackpackt	had gebackpackt	hadt gebackpackt	had gebackpackt	hadden gebackpackt	hadden gebackpackt	hadden gebackpackt
toekomend (v.t.t.t.)	zal gebackpackt hebben	zal/zult gebackpackt hebben	zult/zal gebackpackt hebben	zult gebackpackt hebben	zal gebackpackt hebben	zullen gebackpackt hebben	zullen gebackpackt hebben	zullen gebackpackt hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gebackpackt hebben	zou gebackpackt hebben	zou/zoudt gebackpackt hebben	zoudt gebackpackt hebben	zou gebackpackt hebben	zouden gebackpackt hebben	zouden gebackpackt hebben	zouden gebackpackt hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gebackpackt worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gebackpackt				er is gebackpackt
verleden	er werd gebackpackt				er was gebackpackt
toekomend	er zal gebackpackt worden				er zal gebackpackt zijn
voorwaardelijk	er zou gebackpackt worden				er zou gebackpackt zijn