• back·pack
vervoeging van
backpacken

backpack

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van backpacken
    • Ik backpack. 
  2. gebiedende wijs van backpacken
    • Backpack! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van backpacken
    • Backpack je? 


enkelvoud meervoud
backpack backpacks

backpack

  1. rugzak
vervoeging
onbepaalde wijs to  backpack 
he/she/it  backpacks 
verleden tijd  backpacked 
voltooid
deelwoord
 backpacked 
onvoltooid
deelwoord
 backpacking 
gebiedende wijs  backpack 

backpack

  1. backpacken