arbeidsmarkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·markt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid en markt met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsmarkt | arbeidsmarkten |
verkleinwoord | arbeidsmarktje | arbeidsmarktjes |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) de interactie tussen vraag naar en aanbod van arbeid
- Het opleidingsniveau van nieuwkomers op de arbeidsmarkt moet omhoog.
- De arbeidsmarkt trekt gelukkig weer aan.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de interactie tussen vraag naar en aanbod van arbeid
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "arbeidsmarkt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be