Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·nen·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banenmarkt banenmarkten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de banenmarktv / m

  1. (economie) gelegenheid waarbij vraag en aanbod van functies tesamen gebracht worden

Gangbaarheid