appelblauwzeegroen
- Geluid: appelblauwzeegroen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑpəlblɑuˌzeɣrun / (5 lettergrepen)
- ap·pel·blauw·zee·groen
appelblauwzeegroen
- (kleur) met een iets doffere tint van turquoise
- ▸ Zowaar rimpelt het appelblauwzeegroene water.[2]
- (schertsend) met een onduidelijke kleur
- ▸ Shampoo die trouwens ook dienst deed als veel te veel badschuim waardoor het badwater steeds appelblauwzeegroener kleurde.[3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | appelblauwzeegroen | - |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
het appelblauwzeegroen o
- (kleur) iets doffere tint van turquoise
- ▸ Voor wie het zich kan voorstellen: pistachegroen, viridiaangroen, mintgroen, smaragdgroen, theegroen, flessengroen, het alleen in het ‘Vlaams’ benoembare appelblauwzeegroen (een tint van turkoois), maar vooral het door hemzelfbenoemde Seafoam Green, waarin een vleugje grijs cruciaal is.[4]
- Het woord appelblauwzeegroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Te gast : Appelblauwzeegroen gedicht in: Vlaanderen., 295 jrg. 52 nr. 2 (april 2003), Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt, p. 128
- ↑ Weblink bron Jan Pultau“Onder het behang” (23 september 2018) op janpultau.blog
- ↑ Weblink bron Geert SetolaKunsten : Het autoparadijs... en de denkende hand van Ever Meulen in: Ons Erfdeel., jrg. 56 nr. 3 (augustus 2013), Ons Erfdeel, Rekkem/Raamdonksveer, p. 131