appelblauwzeegroenere

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·pel·blauw·zee·groe·ne·re
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

appelblauwzeegroenere

  1. verbogen vorm van de vergrotende trap van appelblauwzeegroen

Gangbaarheid