alsaský

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /alsaskiː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Alsasko met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

alsaský

1. (demoniem) Elzassisch; met betrekking tot de regio Elzas

Verwante begrippen

• Alsasan m, Alsašťan m
• Alsasanka v, Alsašťanka v

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /alsaskiː/

Woordafbreking

• al·sas·ký

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Alsasko met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

alsaský

1. (demoniem) Elzassisch; met betrekking tot de regio Elzas
2. (taal) Elzassisch; met betrekkking tot de taal Elzassisch

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	alsaský		alsaská	alsaské	alsaští	alsaské		alsaská
genitief	alsaského		alsaské	alsaského	alsaských
datief	alsaskému		alsaské	alsaskému	alsaským
accusatief	alsaského	alsaský	alsaskou	alsaské	alsaské			alsaská
vocatief	alsaský		alsaská	alsaské	alsaští	alsaské		alsaská
locatief	alsaském		alsaské	alsaském	alsaských
instrumentalis	alsaským		alsaskou	alsaským	alsaskými

Synoniemen

• elsaský

Afgeleide begrippen

• alsasky (bw.)

Verwante begrippen

• Alsasan m
• Alsasanka v
• alsaština v
• po alsasku

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)