• IPA: /alsaskɪ/
  • Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord alsaský met de suffix -y.


alsasky

  1. (taal) (in het) Elzassisch; met betrekking tot de taal het Elzassisch.
  2. (demoniem) (op zijn) Elzassisch; met betrekking tot de regio Elzas.