• af·la·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aflaten
liet af
afgelaten
klasse 7 volledig

aflaten [1]

  1. onovergankelijk (formeel) ophouden, stoppen, uitscheiden
     Uiteindelijk zal dit instinct als nimmer aflatende energie fungeren gedurende jouw zoektocht.[2]
  2. verwijderen van de room van melk

de aflatenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aflaat
95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]