• aan·spra·ke·lijk

aansprakelijk

  1. verantwoordelijk, om vergoeding of betaling aangesproken kunnen worden
    • De eerste stap zet u altijd door deze persoon schriftelijk aansprakelijk te stellen voor de toegebrachte schade. 
    • Nederland stelt Rusland aansprakelijk voor neerhalen MH17 [2] 
     ' 'Tegen wie of wat, meneer Rosentreter?' 'Tegen de beschuldigingen van de officier van justitie en de onredelijke eis van het gerecht om u aansprakelijk te maken voor een bijzonder moeilijke periode in uw leven.[3]
  • iemand voor iets aansprakelijk stellen
vinden dat iemand ergens verantwoordelijk voor is
  Tussen neus en lippen door zouden wij dan een document te tekenen krijgen waarin stond dat wij GoSunny en toi op geen enkele manier aansprakelijk stelden voor de dood van onze kinderen. [4] 
 Geef me dan maar raad, Rosentreter: bestaat er een mogelijkheid om u daarvoor aansprakelijk te stellen?' 'Natuurlijk is er die.[3]
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]