• schrif·te·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schriftelijk schriftelijker schriftelijkst
verbogen schriftelijke schriftelijkere schriftelijkste
partitief schriftelijks schriftelijkers -

schriftelijk

  1. Via, met het schrift.
    • Schriftelijk taalgebruik is meestal formeler dan mondeling taalgebruik. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]