• aan·ra·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanraden
raadde aan
ried aan
aangeraden
klasse 7


gemengd

volledig

aanraden

  1. overgankelijk raad geven om iets te doen
    • Ik raadde hem aan eens met zijn probleem naar de dokter te gaan met zijn klachten. 
     Dus, mocht je overwegen om zelf ook ooit een thru-hike te ondernemen, raad ik je aan zuinig te leven en een jaar lang 600 euro per maand in een sok te stoppen.[1]
     Maar ik zou u met klem willen aanraden om het verder te laten rusten.[2]
     „Ik zou u aanraden," zei ze, „goed op uw hoofdkussen te passen".[3]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. “Het koninklijk huis” (2022), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026354953
  3. Victoria Holt
    “In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be