afraden
- af·ra·den
- samenstelling van af bw en raden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afraden |
ried af raadde af |
afgeraden |
klasse 7
zwak -d
|
volledig |
afraden
- iemand trachten te overtuigen een voornemen niet uit te voeren
- Ik heb mijn kinderen afgeraden om drugs te gebruiken en gelukkig hebben ze naar mij geluisterd.
- Het woord afraden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afraden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be