Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ra·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanrader aanraders
verkleinwoord aanradertje aanradertjes

Zelfstandig naamwoord

de aanraderm

  1. (handel) iets dat krachtig wordt aangeraden
    • Vijf redenen waarom het Boekenfestijn een aanrader is [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen