Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • emp·feh·len
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
empfehlen
[ɛmˈpfeːlən]
empfahl
[ɛmˈpfaːl]
empfohlen
[ɛmˈpfoːlən]
volledig

Werkwoord

empfehlen

  1. overgankelijk aanbevelen
    «Ich kann dieses Restaurant empfehlen
    Ik kan dit restaurant aanbevelen.