Wolf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Wolf
Woordherkomst en -opbouw
- leenvertaling van Latijn Lupus, geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.E
Eigennaam
Wolf
- (astronomie) sterrenbeeld zuidelijk van de dierenriem (tussen rechte klimming 14u13m en 16u05m en tussen declinatie −55° en −33°)
Synoniemen
Vertalingen
1. sterrenbeeld zuidelijk van de dierenriem
Gangbaarheid
- Het woord 'Wolf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- Wolf
Zelfstandig naamwoord
Wolf m
- (roofdieren) wolf
- «Der Wolf ist ein Raubtier.»
- De wolf is een roofdier.
- «Der Wolf ist ein Raubtier.»
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Wolf | die Wölfe |
genitief | des Wolfes | der Wölfe |
datief | dem Wolf(e) | den Wölfen |
accusatief | den Wolf | die Wölfe |
Eigennaam
Wolf m