Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: band
  • Band
[A] enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Band es Band Benner die Benner
datief me Band em Band Benner de Benner
accusatief en Band es Band Benner die Benner

[A]: Band, o

  1. band
  2. (medisch) bandage, zwachtel
  3. (techniek) scharnier
[B] enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Band es Band Bands die Bands
datief me Band em Band Bands de Bands
accusatief en Band es Band Bands die Bands

[B]: Band, v

  1. (muziek) band
[C] enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Band es Band Benner
Bands
die Benner
die Bands
datief me Band em Band Benner
Bands
de Benner
de Bands
accusatief en Band es Band Benner
Bands
die Benner
die Bands

[C]: Band, o

  1. (financieel) promesse, schuldbekentenis
  2. (financieel) kortlopende obligatie, schuldbrief