Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tʃɛrnɔɦɔrskiː/


Woordafbreking
  • čer·no·hor·ský
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

černohorský

  1. Montenegrijns
    1. (demoniem) Montenegrijns; met betrekking tot het land Montenegro.
    2. (demoniem) Montenegrijns; met betrekking tot het volk de Montenegrijnen.
    3. (taal) Montenegrijns; met betrekking tot de taal Montenegrijns.
  2. (toponiem) van Černá Hora; met betrekking tot de vlek Černá Hora in de Okres Blansko
  3. (toponiem) van Černá hora; met betrekking tot Černá hora.
Verbuiging


Vervoeging
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Verwijzingen