• IPA: /tʃaːscɪtsɛ/
  • čá·s·ti·ce
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord část met het achtervoegsel -ice

částice v

  1. deeltje; een klein deel
    1. (natuurkunde) deeltje; atomaire onderdeel
    «Elementární částice jsou základními objekty kvantové teorie pole.»
    Elementaire deeltjes zijn fundamentele objecten van de kwantumveldentheorie.
    1. (scheikunde) molecuul; een neutraal deeltje bestaande uit meer dan één door chemische bindingen bijeengehouden atomen
  2. (taalkunde) partikel; een functiewoord dat niet tot een van de traditionele lexicale categorieën behoort
    «Některé částice mají platnost věty, například: Ano. Nikoli. Zajisté.»
    Sommige partikels functioneren als zinnen, bijvoorbeeld: Ja. Geenszins. Zeker.
  1. část.
  1. částečka v, částka v, součást v, součástka v
  2. partikule v
  1. slovní druh monbezield
  • částice prachu v – stofdeeltje
  • částice sazí v – roetdeeltje
  • elementární částice v
  • modální částice v – modaal partikel
  • urychlovač částic monbezielddeeltjesversneller