deeltje
- deel·tje
- deel zn met het achtervoegsel -tje [1]
- [2] dim. tant. leenvertaling van Latijn particula [2]
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | deeltje | deeltjes |
het deeltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord deel
- Ik heb het laatste deeltje uit de serie nog niet gelezen.
- (natuurkunde) onderdeel van een atoom
- Een neutrino is een deeltje waarvan men dacht dat het geen massa had.
- [2] partikel
- [2] alfadeeltje, antideeltje, bètadeeltje, elementair deeltje, higgsdeeltje, kerndeeltje, lichtdeeltje, nanodeeltje, stofdeeltje
2. onderdeel van een atoom
- Het woord deeltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deeltje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ deeltje op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be