Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bè·ta·deel·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord bètadeeltje bètadeeltjes

Zelfstandig naamwoord

bètadeeltje o dim. tant.

  1. (natuurkunde) een negatief deeltje dat onderdeel is van de straling die geproduceerd wordt door bepaalde radioactieve verbindingen
    • Een bètadeeltje is een elektron dat met grote snelheid vrijkomt uit een atoomkern. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid