zwelgen
- zwel·gen
- erfwoord van Middelnederlands swelghen "gulzig opeten of -drinken; doorslikken", uit Oergermaans *swelgan- "zwelgen, verslinden", in de betekenis van ‘zich te buiten gaan aan’ aangetroffen vanaf 1240; cognaat met Duits schwelgen "zich te buiten gaan aan; (vero.) zwelgen", Fries swolgje "zwelgen" en Engels swallow "doorslikken" [1] [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zwelgen /zʋɛlɣə(n)/ |
zwolg* /zʋɔlx/ |
gezwolgen* /ɣə'zʋɔlɣə(n)/ |
klasse 3 | volledig |
zwelgen
- gulzig, onmatig opeten of -drinken
- ▸ Homeopathische pilletjes en middeltjes mag u slikken en zwelgen tot u een ons weegt: het gaat gewoon om geschud water of suikerbolletjes.[4]
- ▸ ⧖ Zij stak uit de mouw van haar witten japon een blanken arm tusschen de wazige, blauwe trossen en plukte, en plukte meer. En het was een gulzigheid, in de druiven zwolgen zij.[5]
- (figuurlijk) zich onmatig verlustigen, zich te buiten gaan aan
- ▸ Van haar ex onthield ze alleen leuke dingen, waardoor ze ging „zwelgen in liefdesverdriet”.[6]
- [2] zich wentelen in
- Al vanaf de 17e eeuw wordt soms ook de zwakke vervoeging (zwelgde, gezwelgd) aangetroffen. [7]
1. gulzig opeten of -drinken
2. zich onmatig verlustigen in, te buiten gaan aan
- Het woord zwelgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwelgen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[8] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ zwelgen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "zwelgen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Maarten Boudry & Joël De Ceulaer“Versoepelen verergert de ‘nevenschade’ juist” (5 februari 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan... : Volledige Werken Louis Couperus, deel 25” (1988; oorspronkelijk 1906), Veen, Utrecht / Antwerpen, ISBN 90 204 2592 7, p. 128
- ↑ Weblink bron Thijs Schrik“Eva Crutzen: ‘Ik ben redelijk militaristisch ingesteld’” (13 maart 2020) op nrc.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be