• zui·den
enkelvoud meervoud
naamwoord zuiden
verkleinwoord

het zuideno

  1. (windstreek) een van de windstreken, die op landkaarten overeenkomt met de onderkant
    • In de vakanties trekken veel Belgen en Nederlanders naar het zuiden. 
     De bevrijding gebeurde niet in één keer. Eerst werd het zuiden van Nederland bevrijd. Dat was in 1944.[1]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron
    nieuwsbegrip.nl
    “75 jaar vrijheid in Nederland” (2-9-2019), CED-groep
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be