zoemen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van zoemen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | zoemen | te zoemen | ||||||
toekomend | zullen zoemen | te zullen zoemen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gezoemd | te hebben gezoemd | ||||||
toekomend | gezoemd zullen hebben | gezoemd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
zoemend | gezoemd | ev. zoem |
mv. verouderd zoemt |
zoeme | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | zoem | zoemt | zoemt | zoemt | zoemt | zoemen | zoemen | zoemen | |
verleden (o.v.t.) | zoemde | zoemde | zoemde | zoemde | zoemde | zoemden | zoemden | zoemden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal zoemen | zult/zal zoemen | zult/zal zoemen | zult zoemen | zal zoemen | zullen zoemen | zullen zoemen | zullen zoemen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou zoemen | zou zoemen | zou(dt) zoemen | zoudt zoemen | zou zoemen | zouden zoemen | zouden zoemen | zouden zoemen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gezoemd | hebt gezoemd | hebt/heeft gezoemd | hebt gezoemd | heeft gezoemd | hebben gezoemd | hebben gezoemd | hebben gezoemd | |
verleden (v.v.t.) | had gezoemd | had gezoemd | had gezoemd | hadt gezoemd | had gezoemd | hadden gezoemd | hadden gezoemd | hadden gezoemd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gezoemd hebben | zal/zult gezoemd hebben | zult/zal gezoemd hebben | zult gezoemd hebben | zal gezoemd hebben | zullen gezoemd hebben | zullen gezoemd hebben | zullen gezoemd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gezoemd hebben | zou gezoemd hebben | zou/zoudt gezoemd hebben | zoudt gezoemd hebben | zou gezoemd hebben | zouden gezoemd hebben | zouden gezoemd hebben | zouden gezoemd hebben |