• zoö·loog
  • met het voorvoegsel zoö- met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord zoöloog zoölogen
verkleinwoord zoöloogje zoöloogjes

de zoöloogm

  1. (dierkunde) (beroep) een wetenschapper die zich bezig houdt met de studie van dieren
    • Zoölogen maken zich grote zorgen omdat er veel diersoorten bedreigd worden met uitsterven. 
91 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be